Wat is een labvoeding?
Wanneer je een elektrische schakeling, of componenten wil testen, moeten deze vaak gevoed worden met een spanning. Hiervoor zou je bijvoorbeeld een netadapter kunnen gebruiken, maar een
is geschikter. Een labvoeding geeft de stroom en spanning weer, zodat je ziet wat er gebeurt. Ook zijn de stroom en spanning in te stellen. Daarnaast biedt een labvoeding handige aansluitingen, zodat je er de schakeling of belasting gemakkelijk op kan aansluiten.Stroom en spanning regelen
Een eenvoudige labvoeding beschikt over twee instelknoppen en twee displays. Met de ene instelknop wordt een spanningslimiet ingesteld en met de andere de stroomlimiet.
Een labvoeding beschikt over twee modi. De labvoeding opereert altijd in één van de twee modi. De eerste modus is de constant voltage (CV) modus. In deze modus levert de labvoeding de ingestelde spanning. De tweede modus is de constant current modus, in deze modus levert de voeding de ingestelde stroom.
In welke modus de labvoeding opereert wordt bepaald door de ingestelde limieten. De labvoeding levert een zo hoog mogelijke spanning totdat het in één van de limieten loopt. Hieronder staan twee voorbeelden.
De labvoeding is kortgesloten. De labvoeding opereert in CC modus en de spanning is zo goed als 0V.
Niets is aangesloten op de labvoeding, er kan dus geen stroom lopen. De labvoeding opereert in CV modus.
Geschakeld of lineair
Grofweg zijn er twee soorten labvoedingen. Labvoedingen met een lineaire uitgang en met een schakelende uitgang. Dit zijn de voor- en nadelen van beide soorten:
Lineair | Schakelend |
---|---|
Hoge verliezen en heeft dus koeling nodig. Soms met ventilator | Efficiënt en daardoor weinig koeling nodig. |
Meestal met transformator, resulterend in groter en zwaarder | Compact en klein |
Geen hoogfrequent ruis | Hoogfrequent ruis ontstaat door het schakelen |
Kan inductieve belasting aansturen | Kan moeite hebben met inductieve belastingen |
Vooral het laatste punt is belangrijk om op te letten wanneer je een labvoeding kiest. Schakelende labvoedingen gaan niet altijd goed om met inductieve belastingen zoals motoren of spoelen.
Ook met lineaire labvoedingen dient men uit te kijken met motoren. Labvoedingen kunnen energie leveren aan de belasting en niet andersom. Als een motor wordt afgeremd, dan werkt deze als een dynamo en wekt dus energie op. Wanneer de labvoeding is aangesloten op de motor die als dynamo werkt, zal de opgewekte energie de labvoeding ingaan. De kans is groot dat de labvoeding dit niet overleeft. Wanneer een motor afgeremd moet worden, kun je het beste een brake chopper gebruiken.
Handige functies
Moderne labvoedingen komen met ruime featuresets. De meest gebruikte features hebben we hieronder uiteengezet.
Aflezen stroominstelling
Met deze functie kun je aflezen wat de ingestelde stroomlimiet is. De labvoedingen die deze functie niet bieden, geven alleen de werkelijke stroom weer. Op een labvoeding zonder deze functie kun je de stroom nauwkeurig instellen door de labvoeding tijdelijk kort te sluiten en dan de gewenste waarde in te stellen. Op een labvoeding met deze functie kun je direct de stroomlimiet nauwkeurig instellen. Als je de stroomlimiet alleen gebruikt om de belasting te beschermen, dan is een nauwkeurige instelling niet nodig.
Uitgang schakelbaar
Wanneer de uitgang van een labvoeding uitschakelbaar is, dan kun je de benodigde spanningslimiet en stroomlimiet instellen op de juiste waardes, zonder dat de belasting al onder spanning staat. Zonder deze functie dient de belasting losgekoppeld te worden van de labvoeding om de spanning er af te halen.
Aantal kanalen
Veel elektrische circuits of systemen vereisen meerdere verschillende spanningen. Een labvoeding met meerdere kanalen, kan op ieder kanaal een andere spanning en stroom aanbieden. Een 2-kanaals labvoeding is dus vergelijkbaar met twee losse 1-kanaals labvoedingen.
Bij veel labvoedingen met 2 of meer kanalen, zijn de kanalen in serie of parallel te schakelen. Twee 30V kanalen zijn bijvoorbeeld tot één 60V kanaal te combineren. Of twee 3A kanalen zijn te combineren tot één 6A kanaal.
Tot slot
.
Dit artikeltje werpt licht op de belangrijke aspecten van labvoedingen en maakt het gemakkelijker om een labvoeding te kiezen uit onze ruime kabels en klemmen te kopen. Labvoedingen zijn meestal uitgerust met 4 mm banaanbussen. Hierin passen alle kabels met 4 mm banaanpluggen.
Naast de labvoeding, is het verstandig ook enkeleDe labvoeding op de foto's is de Velleman LABPS3003SM. Een simpele en voordelige 30V, 3A labvoeding met duidelijke displays.